
Elektronische indentificatie chip codering
Jaarlijks lopen in Nederland honderden huisdieren weg. De vermiste dieren zijn vaak niet geregistreerd. Als het vermiste dier geregisteerd zou zijn dan kan indien deze gevonden is weer terug naar eigenaar worden gebracht.
Katten mogen al sinds 1 januari 2002 niet meer getatoeƫerd worden. Dat is jammer, want op deze manier konden katten eenvoudig herkend worden. Gelukkig is er een nieuwe methode die uitkomst biedt, het elektronisch coderen, die ten opzichte van tatoeƫren eigenlijk nog beter werkt.
Kattenbezitters kunnen tegenwoordig hun huisdier laten coderen met chip. Met de elekronische identificatiemethode krijgt de kat een chip waarop zijn eigen, unieke code staat vermeldt. De microchip is ongeveer zo klein als een rijstkorrel. In een gesloten buisje van bioglas zit een microchip met antenne, in de vorm van een klein spoeltje. De chip heeft geen batterij nodig, het werkt zonder energiebron. Het buisje met chip wordt via injectie onder de huid gebracht. De prik kan even pijnlijk zijn, maar is alweer snel vergeten.
Na inbrengen van microchip merkt de kat er niets meer van. De chip zit geborgen in een omhulsing van bioglas. Het bioglas zorgt ervoor dat het weefsel van de kat er netjes omheen kan groeien. De code die op chip staat kan met afleesapparaat worden afgelezen. Bij het aflezen van de code komt er een klein signaaltje vrij. Het signaaltje bij het aflezen is onschadelijk.
De identificatiecode bij katten in Nederland begint met 528. In de Nederlandse databank staat geregisteerd wie de eigenaar is. Als een kat in het buitenland wordt aangetroffen en een Nederlandse code bij zich draagt, dan wordt er via de Nederlandse databank gekeken wie de eigenaar is.
Neem contact op met de dierenarts om je huiskat te laten chippen.